In Utrecht op de Zeehaenkade kwam minister Conny Helder langs bij Stichting Life Goals en de Sport Coalitie Utrecht. Dit werkbezoek stond in teken van het belang van sport en bewegen voor iedereen, ook voor mensen die moeite hebben om mee te doen in de maatschappij. Deelnemers nodigde de minister uit voor een potje padel. Een sport die wekelijks wordt aangeboden in Utrecht vanuit een samenwerking met zorg- en welzijnsorganisaties. Na het padel stelde het Leger des Heils in Utrecht hun locatie beschikbaar voor een rondleiding en een mooi gesprek.
Fotografie door Monique Pennings
Vinden en houden.
Minke van der Kooi van Stichting Life Goals vertelt wat zij doen. ‘Sport als middel inzetten voor doelgroepen die wat verder van de maatschappij afstaan en vaak ongezien blijven. Vaak wordt er verwacht dat mensen lid worden bij een vereniging maar dat past niet bij iedereen. Voor hen zijn er de sportactiviteiten van Life Goals en dat is dan hun ‘vereniging’.’
Joscha de Vries, directeur van Sport Utrecht en bestuurslid van Stichting Life Goals, haakt daarop aan: ‘Je bent deze doelgroep vaak eerder kwijt als je wilt dat ze naar een vereniging gaan’. Dat is wel waar de focus veelal ligt in het huidige beleid. Maatschappelijke sportcoach Eduard vertelt daarbij: ‘bij een vereniging wordt vaak ook meer van je verwacht. Als je een doelpunt mist krijg je het team over je heen, terwijl dat bij ons niet gebeurt’.
De doelen die bij een vereniging worden gesteld zijn dus niet altijd realistisch. Het belangrijkste doel bij Life Goals is dat de deelnemers ervoor kiezen om te komen opdagen.
‘Wat nou als we niet focussen op nog meer deelnemers, maar op het behouden van de deelnemers? vraagt Thijmen Gijsbertsen van het Leger des Heils. ‘Life Goals kan al ontzettend trots zijn dat er zoveel mensen meedoen aan het programma. En nog belangrijker, blijven meedoen aan het programma. De deelnemers worden gevonden en gehouden. ‘
Uit de maatschappij vallen kan iedereen overkomen.
Een mooi voorbeeld van een deelnemer die is gebleven en uiteindelijk is doorgegroeid is Jasper Lamboo. Hij is ervaringsdeskundige, oud deelnemer van het Leger des Heils en ambassadeur van Stichting Life Goals. Hij vertelt met zijn verhaal hoe sport hem weer erboven op heeft geholpen.
Geboren in een modaal gezin, met zijn ouders en 2 broers, stond Jasper goed in het leven. Hij ontdekte tijdens het voetbal zijn passie voor het keepen. Samen met zijn vader begon Jasper zijn droom achterna te gaan om de beste keeper van Nederland te worden. Op het moment dat zijn vader vertelde dat zijn ouders gingen scheiden viel die droom in duigen. ‘Ik voelde me in de steek gelaten en ik werd boos op de wereld’. En dit gebeurde Jasper vaker. Later voelde hij zich in de steek gelaten door zijn moeder, in de steek gelaten door zijn broer en zag het nut van het leven niet meer in.
Dat is het moment dat Jasper zocht naar manieren om met de pijn om te gaan. Op een feestje kwam hij in voor het eerst in contact met heroïne. Als hij dat gebruikte verdwenen al zijn emoties en dat leek hem op dat moment de juiste oplossing. Op dat moment had Jasper 24 uur per dag de tijd om te gebruiken en hij raakte iedereen om zich heen kwijt. Rock bottom.
Na heel wat jaren hoorde op een gegeven moment zijn methadon verstrekker zijn verandertaal. Verandertaal is de taal die iemand spreekt als iemand iets anders wil dan verslaafd zijn. Jasper kickte af en kwam bij het Leger des Heils terecht als ervaringsdeskundige. Hij kwam toen ook terecht bij het project van Life Goals waar hij weer begon te keepen. ‘Ik had letterlijk en figuurlijk weer een doel in mijn leven.’
‘Nu probeer ik anderen bij te staan om ze erboven op te helpen en een mentor voor hen te zijn. Want zoals je ziet in mijn verhaal kan dit iedereen overkomen.’
Niet alleen bestaanszekerheid voor iedereen maar ook beweegzekerheid.
Helaas zijn de initiatieven die Stichting Life Goals landelijk met partners opbouwt niet vanzelfsprekend. ‘Hoe kunnen we ervoor zorgen dat dit initiatief beter kunnen bestendigen?’ vraagt Arne de Groote aan minister Conny Helder. ‘We lopen namelijk op gemeentelijk en landelijk niveau tegen de drempel dat alle subsidies tijdelijk zijn en niet structureel. We zijn continu aan het rennen.’
Minister Helder reageert daarop met begrip: ‘We geven het geld dat we hebben elke keer weer opnieuw uit, maar het is inderdaad niet structureel’. Ook vertelt ze wat zij heeft gedaan tijdens haar tijd als minister voor Langdurige Zorg en Sport: ‘Sporten en bewegen is ontzettend belangrijk. We hebben dit gekoppeld aan mentale gezondheid en we proberen sport en bewegen als preventie meer aandacht te geven.’ ‘Daarnaast hebben we geprobeerd het Gezond en Actief Leven Akkoord te bestendigen zodat gemeentes een structurele financiering krijgen voor bijvoorbeeld de buurtsportcoaches.’
Het is belangrijk om sport een meer wettelijke basis te geven. Om mensen niet alleen bestaanszekerheid te geven maar ook beweegzekerheid. Dit kan bijvoorbeeld door via een sportwet sportbeleid van gemeentes te verplichten en daar bepaalde eisen aan te stellen. De minister geeft aan dat ze tijdens haar periode samen met haar ambtenaren eraan heeft gewerkt om het structureel te maken, maar dat hier voor de toekomst geen garantie voor is. Oftewel de intentie is er zeker, maar er is nog veel te doen.
Jasper vraag uiteindelijk aan de minister: ‘Wanneer komt u weer padellen?’
Terugkomen blijft namelijk belangrijk…