AMSTERDAM, 17 september – Zomaar een woensdagmiddag
Lippen zijn bijna niet meer te zien. Tanden wel. De glimlach is zo welgemeend en ontspannen dat deze het gezicht vorm geeft. De gebruinde huid op het gezicht geeft de tanden nog glans. De oorzaak beweegt zich soepel, rollend en ongedwongen over het vlakke beton dat bezaaid is met plasjes water. Besmettelijk als een virus verspreidt de glimlach zich naar andere gezichten. Op een na dan. Of toch niet? Ook de laatste twee mondhoeken gaan omhoog, nadat de bal bijna veroverd werd. In een uiterste poging de bal te veroveren stuitert de roze hanenkam op het hoofd. De mislukte poging om de pass van zijn ploeggenoot te onderscheppen bezorgt de andere Indonesiërs de slappe lach. Hoewel lummelen klinkt als een oer-Hollands balspelletje blijken ook de Indonesiërs het spel te spelen. De vallende regendruppels zijn geen reden om het ontspannen onderonsje te verpesten.
Een harde klap. ‘Come on’, buldert een zware stem zo’n twintig meter verderop. Opgezette aderen, gefronste wenkbrauwen en door de lucht zwaaiende armen zetten de woorden kracht bij. In hoge snelheid komt een kale blanke man van een jaar of veertig richting twee donkere mannen rennen. ‘That’s what I just said! Close him down so he can’t shoot”! Met de handen in de zij luistert het in een zwart sportshirt gehulde duo naar de schreeuwende man. De kalme en ietwat nonchalante houding lijkt te verraden dat dit niet de eerste uitbarsting is die ze incasseren van hem. Na een betoog van meer dan een minuut krijgt het duo een herkansing. Drie spelers met een wit shirt komen op hen af en willen de bal achter de keeper schieten. Het duo moet dit zien te voorkomen. Opnieuw is de reactie op hun prestatie heftig. Luid applaudisserend laten ze de reactie van de kale man over zich heen komen. Tot grote tevredenheid van hem wordt het schot geblokkeerd.
Het zijn twee verschillende belevingswerelden op een terrein van 16 meter breed en 22 meter lang. Het intrapveldje in de ‘players area’ op het terrein van de Homeless World Cup herbergt twee totaal verschillende culturen. Waar de Engelsen elkaar opfokken en het adrenalineniveau zo hoog mogelijk laten stijgen, geloven de Indonesiërs in vreugde en ontspanning. Het zijn twee manieren om elkaar voor te bereiden op een voetbalwedstrijd. De een gericht op concentratie en adrenaline. De ander op losse spieren en vrijheid van geest. Zodra beide ploegen het betonnen voetbalveld verlaten om richting de velden te lopen, blijft het trapveld leeg achter. Totdat een groep rokende Duitsers de kans ziet om samen het veld te betreden. Het is weer een ander team dat zich klaarmaakt voor een wedstrijd. Op een andere manier. Met andere shirts. Maar met hetzelfde plezier.
Tekst: Berry van Asch